Wie schrijft die blijft !
Woensdag 7 februari 2018 organiseerde Historische Vereniging Oud Vries de lezing ‘Drentse literatuur van 1850-2000 door Albert Haar’.
Hij was één van de initiatiefnemers van Radio Drenthe (1989) en werd vervolgens hoofd van de afdeling Varia van Radio Drenthe en programmaleider bij TV Drenthe (1995). Albert Haar produceert films en radioprogramma’s vanaf 1975. Hij staat aan de wieg van de Stichting Het Drentse Boek en de Federatie SONT (Streektaalorganisaties in het Nedersaksisch Taalgebied).
Tevens staat erbij dat hij ons veel kan vertellen over de Drentse Literatuur.
Met deze informatie toog ik die avond naar het Ontmoetingshuis. Het was er al gezellig druk en na een korte aftrap van voorzitter Geert Geerts nam de heer Haar het woord.
De eerste helft van de lezing had betrekking op het ontstaan van de schrijftaal in deze regio.
Vroeger was de spreektaal vele malen belangrijker dan de schrijftaal. Pas rond 1850 werd er voor het eerst geschreven.
De schijftaal kwam dus relatief laat op gang. In Drenthe waren veel gesloten samenlevingen (dorpen) waar ongeschreven regels van toepassing waren. Dit waren mondelinge afspraken waarin was vastgelegd wat wel en niet getolereerd werd in de samenleving. Overtrad je deze ongeschreven wet dan werd je er tijdens de jaarwisseling op niet mis te verstane wijze op geattendeerd je gedrag aan te passen.
De noodzaak om zaken schriftelijk vast te leggen was dus in de boerencultuur niet hoog. Er werd vaak ook niet helder gecommuniceerd. Het eventueel concreet willen vastleggen van afspraken leverde in deze cultuur vooral wantrouwen op.
Bij zakenlieden gebeurde dit in die periode juist wel omdat bij het handelen in goederen elke vorm van verschil in interpretatie funest kon zijn. Het was voor deze zakenlieden essentieel het concreet en helder te omschrijven om discussies te voorkomen.
Voor 1850 was het schrijven een luxe aangelegenheid. Vooral personen uit welgestelde, vaak adellijke, families zoals Belle van Zuylen en Jacob van Lennep schreven. Daarnaast was de schrijftaal binnen de kerk erg belangrijk om het geloof breed te verspreiden. De schrijftaal waarin de bijbel werd geschreven werd bepaald door de machtigste personen.
De monniken waren vroeger bezig met het overschrijven van Bijbelteksten. Hier komt het hedendaagse woord “monnikenwerk” vandaan, wat staat voor: ‘weinig spectaculaire bezigheid die veel zorgvuldigheid en doorzettingsvermogen vergt’.
Later kwam de boekdrukkunst op gang wat zorgde voor een enorme verspreiding. Vooral Maarten Luther heeft hier destijds gebruik van gemaakt om de grootste revolutie in de Europese kerkgeschiedenis te ontketenen. Vervolgens werd ingezoomd op diverse taal/schrijfgebieden. Het taalgebied waar Drenthe onder valt heet Nedersaksisch. Het betreft het noordelijke deel van Duitsland, Denemarken en in het noordelijke en oostelijke deel van Nederland. Vervolgens is in dit gebied weer een variatie van dialecten in de provincies. Voor deze regio is dit o.a. Noord-, Midden- en Zuid Drents, Stellingwerfs en Veenkoloniaals.
Na de pauze werd verder ingegaan op concrete voorbeelden van literatuur uit Drenthe. Het verschil tussen literatuur en lectuur is dat lectuur vaak voor de aardigheid en ontspanning wordt gelezen. Herkenning en een goede afloop zijn kenmerkend. Literatuur is daarentegen verrassend. Strijkt vaak tegen de haren in met schurende zinnen en een open eind. Deze teksten geven dan ook vaak stof tot nadenken. De krant en bladen zoals “Oeze Volk, ‘Maandewark” en “Roet” werden steeds meer gelezen door een breed publiek. Het waren in eerste instantie vaak de mensen die niet konden meewerken in de agrarische sector die gingen schrijven.
Personen die vroeger van grote invloed zijn geweest op de Drentse taal en literatuur zijn: Jan Naarding, Anne de Vries en Hendricus Johannes Prakke. Tegenwoordig wordt er ontzettend veel geschreven. De tijd dat het schrijven alleen een luxe aangelegenheid was voor personen uit welgestelde families ligt ver achter ons. Vooral digitaal verspreiden van teksten via social media is enorm populair. Tot slot gaf de heer Haar aan dat de Drentse taal diep geworteld zit in onze cultuur. De Drentse taal zal niet zo snel verdwijnen ook al wordt deze minder gesproken. Kortom, een interessante lezing vol met bijzondere wetenswaardigheden. Met als conclusie dat de (schrijf) taal zich vouwt naar de macht en dat degene wie vroeger schreef niet is vergeten.